Een dag leuk gewerkt of ….?

dagleukgewerkt

… toch niet?

Laten we eens beginnen met de proef op de som:

Neem eens een willekeurige werkdag in de kinderopvang voor ogen. Sluit je ogen en neem de tijd om de ervaringen van die dag te herbeleven.

Welke gedachten komen er naar boven, welke ervaringen treden op de voorgrond, welke emoties roepen ze bij je op?
Welke momenten met kinderen komen terug in je herinnering?
Hoe ervaar je de samenwerking met je collega’s?
Hoe was het om met je leidinggevenden te praten?
Hoe ging dat gesprek met die ouders?
Welke invloed heeft de werkdruk op de sfeer?

Neem eens rustig de tijd om het allemaal opnieuw te beleven. En als je dag ‘rond’ is, open je je ogen weer en kom je terug in het hier-en-nu.

Een aantal interessante dingen gebeurt er in deze korte oefening:

De beginvraag was of je een leuke dag hebt gewerkt?

Door de oefening te doen heb je de herinnering aan de dag opgeroepen en grote kans dat deze het beeld bepaalt over hoe de dag voor jou was.

Het belangrijke is dat juist het ervaren en het herinneren twee verschillende vormen zijn van de werkelijkheid.

dagleukgewerkt2

Ter verduidelijking van dit verschil volgt hieronder een voorbeeld uit de praktijk:

‘Doodmoe’ zuchtte ze voor de start van de avondtraining. ‘Drukke dag gehad?’ vroeg een collega, die deze dag vrij had.

‘Je moest eens weten. Wouter was echt vervelend vandaag. Iedere keer als hij een tijdje gespeeld heeft met een ander kind, maakte hij ruzie. Of het ging over een autootje, of over wie als eerste mag koken. En zo ging het maar door. Je weet wel hoe hij is!’.

De andere leidster kijkt haar even nadenkend aan en zegt: ‘Het is mij ook opgevallen dat Wouter wat meer ruzie heeft. Volgens mij komt dat doordat hij verbaal nog niet zo vaardig is. Als taal niet zo belangrijk is in het spel speelt hij meestal heel lang en leuk met andere kinderen’.

Twee keer een verhaal over hetzelfde kind, beleefd en ervaren door twee verschillende mensen.

Beide vanuit hun persoonlijke herinnering, met daarin hun eigen conclusies verwerkt. Maakt het veel verschil? Ja. Het verschil is het gevoel van welbevinden.

Maar hoe spelen het ervaren en herinneren hierin een rol?

Het ervaren staat voor het moment dat zich in het hier-en-nu afspeelt:


Wouter slaat huilend een ander kind met het gele bordje en de pedagogisch medewerkster probeert gestrest de situatie weer onder controle te krijgen.

De herinnering is de terugblik op de ervaring. En juist dan verdwijnt een deel van de ervaring, namelijk TIJD!

Misschien heeft Wouter inderdaad wel meer van de tijd leuk en gezellig gespeeld dan dat hij ruzie maakte, bijvoorbeeld:

Wouter speelt meestal rustig en leuk en af en toe heeft hij een conflict met een ander kind.

Maar in je herinnering komt misschien juist de ruzie naar boven omdat je nog niet zo goed weet hoe je hem daarmee kunt helpen.

Dit ‘kleurt’ de ervaring dan tot een meer beladen situatie en maakt dat je anders naar Wouter gaat kijken, dan dat je een kind ziet dat nog moeite heeft met afspraken maken in het spel met andere kinderen.

Daarnaast heeft de vervorming van de herinnering vaak de functie van het rechtvaardigen van gedrag.

Ik werd hartstikke boos op Wouter en heb hem in de time-out gezet.

Door informatie meer feitelijk te maken (95% van de tijd speelt Wouter leuk en gezellig) kun je je gedrag nauwkeurig onder de loep nemen en eventueel veranderen.

Ik ga met Wouter aan de andere kinderen vragen of en hoe hij mee mag spelen.

Zo stimuleer je niet alleen de ontwikkeling van het kind, maar beleef jij je werk ook positiever.

Dus hoe vertel jij vanavond onder het eten thuis over je dag?

Was het leuk of….?

Wil jij ook graag ervarend leren?

PLAY! – beleef speelplezier en ondersteun kinderen in hun ontwikkeling.